Wat maakt je het meest gelukkig? Denk eens aan dingen als: een nieuwe aankoop die precies is wat je zocht, succes in werk of sport, mooie muziek, fluitende vogels, gezellige drukte, goeie seks, een goed gesprek, lekker eten, tijd voor jezelf, knuffelen, jezelf verwennen, een opgeruimd huis, luieren, het gevoel dat je erbij hoort….
Allerlei dingen kunnen ons gelukkig maken. Onderzoek wijst erop dat vooral een gevoel van verbondenheid met andere mensen een zeer belangrijke factor is. Mensen zijn gelukkiger naarmate ze:
Met name de contacten met de nabije omgeving en de ervaren verbondenheid hierin blijken belangrijk te zijn. Dit kwam ook naar voren uit een onderzoek van Roos Vonk dat via deze website werd uitgevoerd, waarin meer dan 3000 deelnemers aangaven waar ze het meest gelukkig van werden. De Top 10 is hieronder weergegeven. Alle onderdelen in de Top 5 hebben te maken met andere mensen, met uitzondering van “in de natuur zijn” (op een gedeelde 5e plaats). Niet-sociale gebeurtenissen, zoals een goed boek, succes, financiële meevallers, scoorden allemaal lager en staan dus niet in de Top 10.
Waar je het meest gelukkig van wordt (gemiddeld) | 1 = niet, |
1. het gevoel dat iemand van me houdt | 6.45 |
2. het gevoel dat ik van iemand hou | 6.32 |
3. een goed gesprek met een vriend(in) | 6.30 |
4. het gevoel dat ik echt contact heb met iemand | 6.18 |
5. een compliment/blijk van waardering van iemand 5. in de natuur zijn | 5.91 5.91 |
6. mooi weer | 5.86 |
7. luisteren naar mooie muziek | 5.73 |
8. knuffelen (met volwassene, kind of dier) | 5.71 |
9. erin slagen een lastig probleem op te lossen | 5.65 |
10. goeie sex 10. een aankoop die precies is wat ik zocht | 5.55 5.55 |
Ook bij de vraag waar deelnemers het meest ongelukkig van worden bleek het belang van contact en verbondenheid: de meeste dingen hebben te maken met anderen, terwijl ongemakken als slaaptekort, verkeersdrukte, tegenvallers op het werk, en slecht weer lager scoorden.
Waar je het meest ongelukkig van wordt (gemiddeld) | 1 = niet, |
1. conflict met mijn partner, een goede vriend(in) of familielid | 6.22 |
2. een verbroken relatie of vriendschap | 5.71 |
3. ziekte of sterfgevallen in de familie of vriendenkring | 5.69 |
4. zorgen over mijn dierbaren | 5.54 |
5. ziek zijn of me lichamelijk slecht voelen | 5.39 |
6. niet voor vol worden aangezien/niet serieus genomen worden | 5.34 |
7. geen aandacht krijgen van mijn partner of vrienden | 5.33 |
8. het gevoel dat ik niet echt contact heb met anderen | 5.21 |
9. onbeantwoorde liefde | 4.98 |
10 niet voldoen aan de eisen die ik mezelf stel | 4.95 |
Ondanks het grote belang van verbondenheid met anderen is dat niet het enige is waar mensen gelukkig van worden. Een andere belangrijke factor is de autonomie die mensen ervaren in hun leven, dat wil zeggen, de vrijheid om te zijn wie ze zijn en hun eigen keuzes te maken. Dit bleek zowel uit antwoorden op vragen over de ervaren autonomie bij de meest voorkomende dagelijkse activiteiten van deelnemers, als de ervaren autonomie in het algemeen. Ook waren deelnemers gelukkiger naarmate ze hoger scoren op de twee componenten van “zelfbepaling”: in contact staan met wie je echt bent, en de vrijheid ervaren om keuzes te maken die passen bij wie je bent. Met name dat laatste aspect was sterk gerelateerd aan het geluksgevoel.
Hiermee samenhangend bleek er ook een verband te zijn tussen een positief zelfbeeld en hoe gelukkig men zich voelde, met name wanneer mensen hun zelfwaardering meer van binnenuit halen en niet ontlenen aan bevestiging door anderen. In wezen is er een verband tussen autonomie en verbondenheid, want in relaties waarin men zich echt verbonden voelt met anderen, hebben mensen het gevoel dat de ander hen ziet en accepteert zoals ze echt zijn. Minder gelukkig zijn mensen die hun zelfbeeld ontlenen aan hun uiterlijke aantrekkelijkheid of aan bevestiging en goedkeuring van anderen. Deze mensen doen vaak erg hun best om het anderen naar te pleasen, te behagen.
In de zelfbepalingstheorie wordt, naast verbondenheid en autonomie, een derde psychologische basisbehoefte onderscheiden: de behoefte zich bekwaam/capabel te voelen in wat men doet. Deze behoefte bleek in het Nederlandse onderzoek minder sterk gerelateerd aan het geluksgevoel.
De manier waarop mensen naar zichzelf en hun gevoelens kijken blijkt ook verband te houden met het geluksgevoel. Deelnemers waren gelukkiger naarmate ze:
Het voorafgaande hangt samen met onderscheid tussen twee vormen van geluk: enerzijds hedonisch geluk, dat wil zeggen, het hebben van plezierige ervaringen en het weten te vermijden van onplezierige ervaringen; anderzijds eudaimonisch geluk (naar ‘daimon’= je echte zelf): het gevoel hebben dat je leeft in overeenstemming met wie je echt bent van binnen, met je “ware zelf”. Als je bijvoorbeeld verdriet hebt omdat je kat dood gaat, zal iemand die hedonisch geluk nastreeft proberen het verdriet niet te voelen (bijv. door het te onderdrukken of te ontkennen), terwijl iemand die eudaimonisch geluk nastreeft het zal zien als onderdeel van het leven en van zichzelf. Dit is een meer accepterende houding tegenover negatieve gebeurtenissen.
Dit zijn echter niet situaties die je elke dag meemaakt. In het algemeen is er geen tegenstelling tussen beide vormen van geluk: activiteiten en contacten waar mensen plezier in hebben (hedonisch geluk), blijken vaak dezelfde activiteiten en contacten zijn waarin ze het gevoel hebben dat ze echt zichzelf zijn en tot bloei komen (eudaimonisch geluk).